
Cursusreglement voor cursuscentra die cursus geven aan instructeurs specialistische reanimatie (GIC)
Inleiding
De Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) ziet het als één van haar kerntaken om het beleid rondom het toezicht op de cursussen, het kwaliteitsbeleid, vorm te geven. Om toezicht te kunnen houden op naleving van afspraken moeten deze duidelijk omschreven en gecommuniceerd zijn. Op deze manier weten cursisten, instructeurs en cursuscentra duidelijk wat van ze verwacht wordt en waarop kan worden getoetst.
Voor de cursussen in reanimatie wordt onderscheid gemaakt in:
- Richtlijnen
Hiermee bedoelen we de omschrijvingen van de inhoudelijke uitvoering van de reanimatiehandelingen. Deze richtlijnen worden elke 5 jaar herzien. - Reglementen
Hiermee bedoelen we de voorschriften die beschrijven aan welke voorwaarden en (gedrags-)regels moet worden voldaan om de kwaliteitseisen binnen specialistische reanimatie te behalen.
De Europese Reanimatie Raad (ERC) vaardigt in beginsel de cursussen specialistische reanimatie uit. Adoptie door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) maakt dat deze cursussen ook Europese Reanimatie Raad (ERC) erkend zijn en waarborgen internationale certificering.
Als uitgangspunt voor dit nieuwe cursusreglement is het cursusreglement van de Europese Reanimatie Raad (ERC) genomen. In sommige gevallen wijkt het Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) reglement af van het Europese Reanimatie Raad (ERC) reglement. Deze verschillen zijn voor een belangrijk deel terug te voeren op een verschil in benadering van het reanimatieonderwijs en de omvang van het reanimatieonderwijs in Nederland en de organisatorische consequenties daarvan. Daarnaast bevat het reglement van de Europese Reanimatie Raad (ERC) ook afspraken tussen de Europese Reanimatie Raad (ERC) en de Nationale Raden. Voor de overzichtelijkheid zijn die artikelen in dit reglement niet opgenomen.
Met het gereedkomen van dit document zijn alle regels en afspraken rondom het onderwijs in de specialistische reanimatie gecentraliseerd en daarmee komt het cursusreglement van 2012 te vervallen. Hetzelfde geldt voor andere documenten waarin regelgeving over de cursussen specialistische reanimatie is opgenomen. Dit reglement geldt ook als uitgangspunt voor het toezicht op de kwaliteit van de cursussen.
NB: Overal waar ‘hij’, ‘hem’ of ‘zijn’ staat kan ook ‘zij’ of ‘haar’ gelezen worden.
Doelstellingen
- De doelstelling van de hulpverlenerscursus specialistische reanimatie is om de cursist de competenties te geven om in een situatie die reanimatie vereist ook daarmee te beginnen. Bij de specialistische reanimatie cursussen wordt door middel van simulatie uitgegaan van een situatie die overeenkomt met de werkomgeving en het niveau van de cursist. Het niveau van de cursist kan variëren van een zorgprofessional niveau 3 tot een medisch specialist.
- De cursussen worden gegeven door Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)/ Europese Reanimatie Raad (ERC) gecertificeerde instructeurs die een door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)/ Europese Reanimatie Raad (ERC) erkende Generieke Instructeur Cursus (GIC) hebben gevolgd. De cursist is zelf verantwoordelijk voor het behalen van het noodzakelijke leerrendement. Instructeurs en goed instructiemateriaal helpen bij het bereiken van dit rendement. Het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de instructeur en het cursuscentrum om zorg te dragen voor een optimaal leerklimaat.
Definities
Soorten cursussen
Cursus Advanced Life Support, ALS
Het doel van de ALS-cursus is de cursisten te leren wat de oorzaken van een circulatiestilstand zijn, de kritieke patiënt te herkennen en een gestandaardiseerde benadering van de cardiorespiratoire reanimatie van volwassenen aan te leren. De cursus is bedoeld voor artsen, verpleegkundigen en andere medische professionals van wie wordt verwacht dat zij ALS kunnen toepassen, zowel in als buiten het ziekenhuis. Het multidisciplinaire karakter van de cursus moedigt aan tot efficiënt teamwerk. Door gezamenlijk te oefenen wordt aan alle ALS-hulpverleners de kans geboden om ervaring op te doen als lid en leider van een reanimatieteam.
Cursus European Paediatric Advanced Life Support, EPALS
De EPALS-cursus is ontwikkeld voor (teams van) zorgprofessionals die betrokken zijn bij de opvang van een acuut ziek kind of de reanimatie van een kind, baby of pasgeborene in en/of buiten het ziekenhuis. De cursus heeft als doel zorgprofessionals de kennis, vaardigheden en attitudes mee te geven welke belangrijk zijn voor het behandelen van het ernstig zieke kind tijdens het eerste uur met als doel om de progressie van ziekte naar een circulatiestilstand te voorkomen.
Cursus Immediate Life Support, ILS
Het doel van de ILS-cursus is om zorgprofessionals te voorzien van de noodzakelijke kennis en vaardigheden om volwassenen met een cardiorespiratoir arrest te behandelen in de korte periode vóór de aankomst van het reanimatieteam of andere specialistische hulp. Het bereidt ze ook voor om deel uit te maken van het reanimatieteam in de initiële fase van de reanimatie.
Ook leren de cursisten de herkenning en behandeling van de kritieke patiënt door middel van de ABCDE-benadering om daarmee een mogelijk cardiorespiratoir arrest te voorkomen.
Cursus Newborn Life Support, NLS
De NLS-cursus heeft tot doel gedetailleerde kennis van en praktische vorming in reanimatie van pasgeborenen te verschaffen. Deze cursus is ontworpen voor alle zorgprofessionals die, ongeacht hun discipline of status, opgeroepen kunnen worden om een pasgeboren baby te reanimeren.
Generieke Instructeur Cursus, GIC
Het doel van de GIC is het opleiden van de cursist tot instructeur voor een specialistische reanimatiecursus. Hierbij ligt de nadruk op de didactische aspecten, zoals het leren instrueren van technische en niet-technische vaardigheden, leiderschap in teamverband, het geven van feedback en het beoordelen van kennis, vaardigheden en attitude.
Opfriscursussen
Opfriscursussen geven hulpverleners, instructeurs en instructeur trainers de mogelijkheid om op gezette tijden hun competenties te tonen en daarmee hun certificaat te vernieuwen.
Titels en functies
Cursuscentrum
Het cursuscentrum is een organisatie die een cursus uitschrijft en daarbij eerste verantwoordelijke is voor de organisatorische, administratieve, financiële en logistieke aspecten van de cursus. Het cursuscentrum kan hiervoor per cursus een cursuscoördinator aanstellen.
Cursusleider
Een cursusleider is een ervaren instructeur die tijdens een cursus de faculty voorzit en toeziet op het ordelijk verloop van een cursus. Bij inhoudelijke geschillen, maar ook bij geschillen van organisatorische aard, is het oordeel van de cursusleider bindend. Daarbij geldt dat de cursusleider instaat voor het cursusverloop volgens de richtlijnen en het reglement van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR). Daartoe behoren ook de administratieve afhandelingen van een cursus.
Educator
Een Educator is een ervaren instructeur met een didactische en klinische achtergrond, die met succes de Educator Master Class van de Europese Reanimatie Raad (ERC) en de bijbehorende stages met succes heeft afrondt,
Faculty
Afhankelijk van de cursus bestaat het opleidingsteam uit één of meerdere personen. Wanneer het team bestaat uit meerdere personen dan spreken we van een faculty. De faculty kan bestaan uit instructeur(s), kandidaat instructeur(s), een cursusleider, een kandidaat cursusleider en eventueel een Educator.
GIC instructeur
Een GIC instructeur geeft les op een Generieke Instructeurs Cursus na het succesvol doorlopen van het traject als kandidaat GIC instructeur trainer en zich, indien van toepassing, heeft gehercertificeerd.
Hulpverlener
Een hulpverlener is iemand die een cursus ILS, EPALS, ALS of NLS met succes heeft afgerond.
Instructeur
Een instructeur mag als zodanig deelnemen aan een faculty voor de cursus waarvoor hij is gecertificeerd.
Instructeur potentieel (IP)
Een instructeur potentieel is iemand die een hulpverlenerscursus, of een opfriscursus hulpverlener met succes heeft doorlopen en daarbij heeft getoond over eigenschappen te beschikken die hem mogelijk geschikt maken voor de functie van instructeur.
Kandidaat cursusleider
Een kandidaat cursusleider is een ervaren instructeur of instructeur trainer die op voorspraak is uitgenodigd om de cursusleider te schaduwen in een cursus waar de kandidaat cursusleider zelf al de kwalificatie van instructeur voor heeft. Doel van het schaduwen is om zelf de status van cursusleider te verkrijgen. De kandidaat cursusleider is geen assistent, maar een cursusleider in opleiding.
Kandidaat GIC instructeur
Een kandidaat GIC instructeur is een instructeur die op uitnodiging als instructeur participeert in de faculty tijdens een Generieke Instructeur Cursus. Als is voldaan aan de voorwaarden wordt hij opgewaardeerd tot GIC instructeur.
Kandidaat instructeur
Een kandidaat instructeur is iemand die een Generieke Instructeur Cursus met succes heeft afgerond. De kandidaat instructeur moet nog onder begeleiding instructie te geven.
Nationale cursusleider
De Nationale cursusleider is een ervaren instructeur trainer, die door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) wordt aangesteld en mede verantwoordelijk is voor de processen die te maken hebben met de kwaliteit van de desbetreffende cursus. Ook vertegenwoordigt de Nationale cursusleider de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) belangen en standpunten bij het relevante Science and Education Committee (SEC) van de Europese Reanimatie Raad (ERC).
Overige definities
Cursusmanagementsysteem CoSy
Het cursusmanagementsysteem CoSy is het online leer- en administratieplatform dat bestaat uit 2 delen. Een gedeelte waarin toegang wordt verleend tot de cursusadministratie en een gedeelte waarin toegang tot e-learnings wordt verkregen.
Development Committee Education (DC-Edu)
De DC-Edu bestaat uit de vice-voorzitters met aandachtsgebied onderwijs van de verschillende SEC’s, aangevuld met andere leden, die worden benoemd volgens de interne regels van de Europese Reanimatie Raad (ERC).
Educatieve Adviesraad
De Educatieve Adviesraad is het orgaan dat alle onderwijs gerelateerde aspecten binnen de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) superviseert en waar nodig aanpast. In de Educatieve Adviesraad hebben Nationale cursusleiders en Educators zitting. De Educatieve Adviesraad onderhoudt nauw contact met de relevante commissies binnen de Europese Reanimatie Raad (ERC).
Europese Reanimatie Raad (ERC)
De Europese Reanimatie Raad (ERC) is een wetenschappelijke non-profit organisatie die actief is in Europa en enkele landen buiten Europa, met als missie het behoud van leven door het bevorderen en verbeteren van de praktijk van de reanimatie. De Europese Reanimatie Raad (ERC) is ook het netwerk van Nationale reanimatieraden in Europa.
Hercertificering – Lifelong Learning
Alle kwalificaties die worden verkregen met het behalen van een certificaat
(Hulpverlener, instructeur en cursusleider) moeten regelmatig worden vernieuwd. Hercertificering wordt verkregen als de persoon aan de voorwaarden voor verlenging van de specifieke kwalificaties heeft voldaan en als zodanig in het cursusmanagementsysteem CoSy staat geadministreerd.
Herexamen praktijk
Als tijdens het praktisch examen op een reanimatiecursus de cursist géén voldoende behaalt, kan deze zijn praktische vaardigheidstoets opnieuw afleggen tijdens de lopende cursus.
Herexamen theorie
Als tijdens het theoretisch examen op een reanimatiecursus de cursist géén voldoende behaalt, kan deze zijn theorietoets opnieuw afleggen.
Het herexamen theorie vindt plaats op een volgende cursus of tijdens een specifiek hiervoor bepaald moment door de cursusorganisatie.
Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)
De Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) is een wetenschappelijke non-profit organisatie die actief is in Nederland en de overzeese Nederlandse gebiedsdelen, met als missie het redden van levens, indien dat door goede reanimatie mogelijk is. Met die missie streeft de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) naar het verbeteren van kennis en vaardigheden in reanimatie. De Europese Reanimatie Raad (ERC) en de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) werken nauw samen om te zorgen dat de Nederlandse reanimatie cursussen in overeenstemming zijn met de normen van de Europese Reanimatie Raad (ERC). Hierdoor zijn de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) cursussen dan ook als zodanig door de Europese Reanimatie Raad (ERC) erkend.
Scenario’s
Tijdens cursussen kan gebruik worden gemaakt van simulatieonderwijs in de vorm van een scenario. Dit kan in de vorm van een demonstratie, een didactische werkvorm en ook als praktische toets.
Science and Education Committee (SEC)
Elk soort cursus heeft binnen de Europese Reanimatie Raad (ERC) zijn eigen Science and Education Committee. De SEC’s zijn verantwoordelijk voor de verdere ontwikkeling en kwaliteitscontrole van hun respectievelijke cursustype op Europees niveau en houden, samen met de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR), toezicht op de cursussen.
Algemeen
- Alle instructeurs, leden van de faculty en de cursuscentra moeten zich houden aan de gedragscode van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)/ Europese Reanimatie Raad (ERC) (Zie bijlage).
- Elke cursus moet volledig worden geregistreerd in het cursusmanagementsysteem CoSy als men de cursisten een Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)/ Europese Reanimatie Raad (ERC) kwalificatie wil verstrekken en als kandidaat instructeurs en kandidaat cursusleiders meelopen om respectievelijk de status van instructeur of cursusleider te krijgen.
- Elke cursist moet de beschikking hebben over een officieel Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) Europese Reanimatie Raad (ERC) lesboek of door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) goedgekeurd alternatief lesmateriaal, bijvoorbeeld e-learning.
- De Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) kan uitzonderingen op het reglement tijdelijk toestaan, mits dit van te voren is aangevraagd en schriftelijk door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) is toegestaan.
- Wanneer tijdens een cursus niet volgens het cursusreglement wordt gewerkt, kan de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) de goedkeuring van de cursus en/of de kwalificaties van de instructeur en/of het cursuscentrum intrekken.
Cursussen
Organisatie van de cursussen
- Het maximum aantal cursisten per cursus is voor een deel afhankelijk van de type cursus, maar is gemaximeerd op 30 cursisten, verdeeld in groepen van maximaal 6 cursisten per instructeur.
- Het minimum aantal cursisten is 5.
- Subgroepen moeten altijd bestaan uit 5 of 6 cursisten.
- Per subgroepje (5 of 6 cursisten) moeten altijd minimaal 2 instructeurs aanwezig te zijn, waarvan 1 volledig instructeur is.
- Elke cursus wordt geleid door een cursusleider die is gekwalificeerd voor de desbetreffende cursus.
- Elke cursus heeft maximaal 1 cursusleider.
- Het aantal kandidaat instructeurs in een cursus mag nooit hoger zijn dan het aantal instructeurs.
- Een cursus specialistische reanimatie moet altijd een multidisciplinaire faculty hebben, waar het beroepsgroepen betreft (artsen, verpleegkundigen), niet het specialisme. De leden van de faculty moeten voor de cursus over relevante Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)/ Europese Reanimatie Raad (ERC) kwalificaties beschikken.
- Voor de cursussen specialistische reanimatie moet het cursusmateriaal
tenminste 4 weken voorafgaand aan de cursus aan de cursisten worden toegezonden met een begeleidend schrijven over het voorbereiden op de cursus. Cursisten moeten erop gewezen worden dat ze de lesstof eigen moeten zijn vóór aanvang van de cursus en dat gedurende de cursus alleen sprake zal zijn van herhaling van deze lesstof. Het is verplicht een ingevulde theoretische pre-toets te tonen (fysiek of online) door de cursist bij aanvang van de cursus, als dit geldt voor het betreffende soort cursus. - De cursisten worden slechts beoordeeld op materiaal en informatie welke in de lesstof staat vermeld.
- De details van een cursus (datum, locatie, tijd, instructeurs, enz.) moet minimaal 1 week voorafgaand aan de cursus in het cursusmanagementsysteem CoSy zijn ingevuld. De uitslag van een cursus moet binnen een periode van 1 maand na de cursus te worden ingevuld. Na deze periode kan géén registratie meer plaatsvinden.
- De beschikbare lesmaterialen voor de cursus moeten overeenkomen met de uitrusting die in de instructeurshandleiding van de desbetreffende cursus staat omschreven. Deze uitrusting moet in goede staat zijn en correct te functioneren.
- Het is niet toegestaan om zonder toestemming van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)/ Europese Reanimatie Raad (ERC) wijzigingen aan te brengen in beoordelingslijsten of enig ander toets materiaal.
Cursuscentra
- Alleen een door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) aangewezen en gekwalificeerd cursuscentrum kan Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)/ Europese Reanimatie Raad (ERC) erkende cursussen organiseren.
- De aanvraag om cursuscentrum te worden moet schriftelijk gebeuren via het aanvraagformulier op de website van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR). De beslissing om een cursuscentrum te aanvaarden wordt door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) in overleg met de Nationale cursusleider van de desbetreffende cursus genomen.
- De erkenning van een cursuscentrum geldt zolang deze voldoet aan de gestelde voorwaarden. Gedurende de periode dat het cursuscentrum is erkend, werkt deze mee aan toezicht en houdt zich aan het geldende cursusreglement. In geval van inbreuk op het cursusreglement en in geval van herhaalde aanbevelingen zonder merkbare verbetering, kan de erkenning van een cursuscentrum worden ingetrokken.
- Als er aanwijzingen zijn dat een cursuscentrum zich niet aan de gestelde regels houdt, kan het cursuscentrum hierop worden aangesproken door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR), waarna visitatie plaatsvindt. Op basis van bevindingen zal de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) vervolgmaatregelen in werking stellen.
- De Nederlandse Reanimatie Raad is, met uitzondering van de basis- en opfriscursus (P)BLS instructeur trainer zelf géén cursuscentrum.
- Een cursuscentrum moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
- Beschikt over een adequate administratie.
- Beschikt over voldoende facultyleden om de beoogde cursus(sen) te kunnen organiseren.
- Beschikt over een cursuslocatie met voldoende ruimte voor praktijkonderwijs.
- Houdt zich aan de regels die in dit cursusreglement zijn beschreven.
- Beschikt over de benodigde cursusmaterialen en lesmiddelen om de beoogde cursus uit te voeren.
- Heeft de lesmiddelen tijdig beschikbaar op de leslocatie.
- Draagt zorg voor het verzenden van de cursusmaterialen naar de cursisten, of stelt hen in staat de juiste materialen (via CoSy) te bemachtigen.
- Staat toe dat de cursus wordt gevisiteerd door medewerkers van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) of de Europese Reanimatie Raad (ERC) en implementeert de aanbevelingen die hieruit voortvloeien.
- Organiseert minimaal 2 cursussen per 2 jaar voor elk type cursus waarvoor men door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) is erkend.
- Draagt zorg voor de juiste vermelding in het cursusmanagementsysteem CoSy van de cursisten, tenminste met voor- en achternaam en geboortedatum.
- Houdt een administratie van de cursusresultaten van alle cursisten bij gedurende de periode dat hun kwalificatie geldig is, met een maximum van 5 jaar.
- Kan efficiënt een cursus organiseren waarbij wordt voldaan aan:
- Het registreren van de cursus in het cursusmanagementsysteem
CoSy tenminste 1 dag voordat de cursus wordt gegeven. - Het aanleveren van de complete en correcte gegevens.
- Het toezenden van alle relevante informatie aan de cursisten en de leden van faculty waaronder de cursusdata, locatie, verblijf, tijdschema, programma, aantal cursisten, eventuele bijzonderheden (bijvoorbeeld herkansingen) en de benodigde boeken of andere cursusmaterialen.
- Het bijhouden van een presentielijst en het aanmaken van certificaten via het cursusmanagementsysteem CoSy en daarin ook vermelden welke cursisten niet zijn geslaagd of zijn opgegaan voor het (eventuele) examen van de cursus. Het delen van deze informatie met de cursisten.
- Het correct afhandelen van de financiële cursusverplichtingen:
- Het zo nodig innen van de cursusgelden van de cursisten.
- Het voldoen aan de gemaakte afspraken omtrent het vergoeden van de inzet van de facultyleden, alsmede de reis- en verblijfskosten.
- Het voldoen van de cursus gerelateerde Europese Reanimatie Raad (ERC) en/of Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) rekeningen binnen de daartoe gestelde termijnen.
- Het aanmoedigen van cursisten om evaluatieformulieren in te vullen in CoSy, opmerkingen hierin ter harte te nemen en daarop zo nodig passende maatregelen te nemen.
- Het laten participeren van kandidaat instructeurs en kandidaat cursusleiders in de faculty, ook als deze van buiten de eigen organisatie komen, waarvoor geldt dat hier géén vergoeding tegenover hoeft te staan.
- Handelt in overeenstemming met de Europese Reanimatie Raad (ERC) Data Protection Policy, hetgeen in overeenstemming is met de geldende AVG-richtlijnen.
- Het registreren van de cursus in het cursusmanagementsysteem
- Is bereid relevante informatie te ontvangen van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) en/of Europese Reanimatie Raad (ERC) aangaande het te volgen beleid. Dit is een voorwaarde om namens de Europese Reanimatie Raad (ERC) en Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) als cursuscentrum te functioneren. Het niet bereid zijn, of niet gevolg geven aan de ontvangen informatie, impliceert automatisch het stopzetten van de activiteiten als cursuscentrum.
7. Het cursuscentrum onderhoudt te allen tijde contact met de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR).
8. Een instelling die erkend wil worden als cursuscentrum en daartoe een schriftelijk verzoek heeft ingediend bij de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR), doorloopt de onderstaande stappen. Elke volgende stap van de erkenning wordt pas ingezet nadat de vorige stap succesvol is afgerond. Als alle stappen succesvol zijn doorlopen, wordt het cursuscentrum definitief erkend.
- De instelling krijgt een initiële audit met betrekking op de voorwaarden zoals
deze staan vermeld in de paragraaf 6. De instelling krijgt een positieve beoordeling als alle voorwaarden voldoende zijn beoordeeld. - De instelling met een positieve beoordeling krijgt toestemming voor het organiseren van 1 cursus. De cursusleider voor deze eerste opleiding
wordt aangewezen door de Nationale cursusleider. Na een positieve beoordeling van de Nationale cursusleider wordt de instelling erkend door de Nederlandse Reanimatie Raad als cursuscentrum voor dat type cursus. - Na een negatieve beoordeling van de Nationale cursusleider krijgt de instelling de mogelijkheid een 2e cursus te organisator onder leiding van een andere, door de Nationale cursusleider aangewezen cursusleider. Is de beoordeling opnieuw negatief, dan wordt de erkenning van de instelling definitief afgewezen. Na een afwijzing kan pas na 2 jaar nogmaals erkenning voor dat type cursus worden aangevraagd.
- De instelling krijgt een initiële audit met betrekking op de voorwaarden zoals
Ten aanzien van de cursuscentra die een Generieke Instructeur Cursus (GIC) organiseren, gelden de volgende bepalingen:
De cursuscentra die een GIC organiseren zijn daarmee ook de aangewezen cursuscentra om de opfriscursussen voor instructeurs in specialistische reanimatie uit te voeren, op instigatie van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR). Hetgeen hieronder wordt genoemd als Generieke Instructeur Cursus (GIC), is daarmee gelijkwaardig aan de opfriscursus voor instructeurs specialistische reanimatie.
De Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) bepaalt welke cursuscentra een Generieke Instructeur Cursus (GIC) mogen uitschrijven.
Als een cursuscentrum die de Generieke Instructeur Cursus (GIC) verzorgt stopt met het verzorgen van specialistische reanimatiecursussen, vervalt ook het recht om een Generieke Instructeur Cursus (GIC) uit te schrijven.
De Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) bepaalt het aantal Generieke Instructeur Cursussen (GIC) dat per jaar wordt uitgeschreven en wijst het hiertoe erkende cursuscentrum aan die de cursus uitvoert.
Instroomeisen voor cursussen specialistische reanimatie
- Cursisten voor een cursus specialistische reanimatie komen in principe uit de zorgsector en zijn werkzaam als zorgprofessional op het niveau waarbij zij in geval van reanimatie zijn aangewezen op specialistische reanimatie. Anderen kunnen als “waarnemer” bij de cursus aanwezig zijn. Het cursuscentrum overlegt voorafgaand aan de cursus met de cursusleider.
- Cursisten voor een cursus specialistische reanimatie moeten de BLS dan wel de PBLS vaardigheden beheersen vóór aanvang van de cursus. Dit is de verantwoordelijkheid van de cursist. Het cursuscentrum moet hier melding van maken in de toe te zenden cursusmaterialen.
Als blijkt dat de cursist de BLS-vaardigheden niet beheerst, krijgt de cursist tijdens de cursus een eenmalige herkansing. Afronding van de cursus is niet mogelijk als deze vaardigheden niet beheerst worden. - In het geval de cursist voorafgaand aan de cursus een pre-toets krijgt toegezonden, moet deze voorafgaand aan de cursus gemaakt worden. Deze toets is ter voorbereiding op de cursus. Cursisten die voor de toets een onvoldoende scoren of de toets in het geheel niet maken, kan toegang tot de cursus worden ontzegd. In steeds meer cursussen wordt deze pre-toets vervangen door een vooraf te bestuderen E-learning met toetsvragen.
- Cursisten voor de Generieke Instructeur Cursus moeten over een geldige IP-status beschikken, welke aantoonbaar in het cursusmanagementsysteem CoSy is geregistreerd.
Inhoud van de cursus
- De structuur van de cursus is conform het officiële Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)/ Europese Reanimatie Raad (ERC) cursusprogramma en eventuele overzichten van cursusmaterialen. Aanpassingen in het programma vallen onder de directe verantwoordelijkheid van de cursusleider.
- Tijdens de cursussen worden verschillende didactische werkvormen gehanteerd waaronder presentaties, vaardigheidstraining, scenariotraining en e-learning.
- Het is de verantwoordelijkheid van de cursusleider om de programmaonderdelen aan de juiste facultyleden toe te wijzen, gebaseerd op de kennis en vaardigheden van het betreffende facultylid.
- Het standaard programma bepaalt het minimum aantal contacturen.
- De door Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)/ Europese Reanimatie Raad (ERC) vastgestelde lesmaterialen en formulieren moeten gebruikt worden. Onder specifieke omstandigheden kunnen aanpassingen worden gedaan aan de inhoud van cursusonderdelen. Deze gelden vervolgens als toevoegingen aan het standaard programma. Dit mag niet ten koste gaan van de reguliere cursusinhoud en heeft onvermijdelijk een toename van de cursusduur als gevolg. Voor dergelijke addities is toestemming vereist van de Educatieve Adviesraad en het naleven hiervan valt onder de verantwoordelijkheid van de Nationale cursusleider.
Assessments gedurende de cursussen
- Afhankelijk van de specifieke regels voor een bepaalde cursus is het mogelijk om cursisten een formatieve dan wel een summatieve toets – of beide – af te nemen. Tijdens een toets moet de cursist de te toetsen vaardigheden daadwerkelijk demonstreren.
Theoretische eindtoets
- Alle toetsen zijn auteursrechtelijk beschermd en mogen niet uitgeleend, gekopieerd of uit het cursuslokaal worden meegenomen door niemand anders dan de cursusleider of de kandidaat cursusleider.
- Cursisten met beperkingen (bijvoorbeeld dyslexie) krijgen meer tijd voor het maken van de eindtoets. De cursusleider bepaalt de hoeveelheid extra tijd.
De cursusleider bepaalt in voorkomende gevallen of een cursist een alternatieve wijze van theoretische toetsing krijgt (bijvoorbeeld mondelinge toets in plaats van schriftelijk).
De cursist moet voorafgaand aan de cursus zijn beperkingen aangeven bij het cursuscentrum. - De antwoorden worden genoteerd op het beschikbaar gestelde antwoordenformulier. Alle vragenlijsten en kladpapieren moeten na de toets worden ingeleverd.
Praktische eindtoets
- Praktische vaardigheden worden getoetst door middel van een vaardigheids- en/of toets scenario stations.
- De praktische vaardigheid van een cursist wordt te allen tijde beoordeeld door een instructeur. Een ander lid van de faculty zal voor de toetsing worden toegevoegd. Als een kandidaat instructeur de toetsing leidt, moet dit gebeuren onder supervisie van een instructeur.
- Cursisten worden praktisch getoetst door middel van één van de standaard toets scenario’s, de zogenaamde CASTest. De cursusleider bepaalt welke scenario’s worden gebruikt. Wanneer verschillende scenario’s worden gebruikt, worden ze willekeurig aan de cursisten toegewezen.
Herkansing theoretische eindtoets
- De herkansing van een theoretische eindtoets is niet mogelijk op de dag van de cursus waarop de toets is afgenomen.
- De herkansing van een theoretische eindtoets moet plaatsvinden binnen 1 jaar na de datum van toetsing op de initiële cursus. Een andere instructeur dan welke bij de initiële opleiding is betrokken moet de herkansing afnemen.
- Een herkansing van een theoretische eindtoets bestaat uit een andere vragenlijst en gebeurt onder verantwoording van een cursusleider.
- Enkel de cursisten die voor de herkansing van een theoretische eindtoets slagen, worden beschouwd als geslaagd voor de cursus. Als een cursist niet slaagt voor een herkansing van een theoretische eindtoets rest alleen nog de mogelijkheid om de hele cursus opnieuw te volgen.
Herkansing praktische eindtoets
- Iedere cursist heeft recht op een onmiddellijke herkansing voor elke praktische vaardigheid of CAStest. Voor de herkansing wordt een andere, vooraf door de cursusleider aangewezen, CAStest gebruikt.
- De herkansing praktische eindtoets wordt beoordeeld door andere, door de cursusleider aangewezen, instructeurs.
- Wanneer een cursist niet slaagt voor een praktische eindtoets, beslist de faculty of de cursist de praktische eindtoets op een volgende cursus nogmaals mag herkansen. Deze beslissing wordt bevestigd door de cursusleider. In alle andere gevallen moet de cursist de hele cursus opnieuw volgen.
- Als de cursist van mening is dat de afwijzing op onrechtvaardige gronden heeft plaatsgevonden, wordt de cursusleider ingeschakeld. Als de cursusleider besluit dat de afwijzing terecht is geweest, maar de cursist is een andere mening toegedaan, kan een klacht worden ingediend. De te volgen procedure staat in Klachtenprocedure uitgewerkt.
Instructeur potentieel (IP)
- Cursisten die tijdens een hulpverlenerscursus of een opfriscursus onder andere blijk geven te voldoen aan de volgende criteria:
- Goede communicatievaardigheden.
- Enthousiasme.
- Vermogen om feedback te krijgen en feedback te geven.
- Blijk geven van volwaardig teamlidmaatschap.
- In het werkveld verkeren waaruit blijkt dat zij regelmatig de inhoud van de cursus toepassen.
- Een score op de theoretische eindtoets van 80% of hoger halen (Indien van toepassing).
Komen in aanmerking voor de kwalificatie instructeur potentieel (IP).
- Cursisten komen alleen in aanmerking voor de kwalificatie instructeur potentieel wanneer ze tijdens de laatste facultyvergadering worden voorgedragen door een lid van de faculty welke daarbij wordt gesteund door 1 of meerdere andere leden van de faculty. De hele faculty bespreekt de prestaties van elke voorgedragen cursist met behulp van de beschikbare formulieren en/of toelichting.
- Een besluit voor het toekennen van de kwalificatie instructeur potentieel wordt bij voorkeur unaniem door de faculty genomen. In het geval 1 facultylid zich tegen het besluit verzet, neemt de cursusleider het uiteindelijke besluit.
- Een toegekende kwalificatie instructeur potentieel wordt vastgelegd in het cursusmanagementsysteem CoSy door het cursuscentrum. Alle bijbehorende documentatie en het gebruikte evaluatieformulier worden gearchiveerd met vermelding van de namen van de cursisten die de kwalificatie hebben gekregen.
- Wie de kwalificatie instructeur potentieel heeft gekregen wordt hierover direct na de cursus geïnformeerd door de mentor of anders door de cursusleider.
- De kwalificatie instructeur potentieel heeft een geldigheid van 1 jaar. Cursisten met deze kwalificatie hebben derhalve 1jaar de tijd om een Generieke Instructeur Cursus te volgen. Vervolgens worden de 2 cursussen als kandidaat instructeur doorlopen binnen 2 jaar na de Generieke Instructeur Cursus.
Certificering
- Binnen 1 maand na het succesvol afsluiten van een cursus ontvangen de cursisten een officieel Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)/ Europese Reanimatie Raad (ERC) certificaat vanuit het online cursusmanagementsysteem CoSy. Dit certificaat is geen attest van competentie, maar een bewijs dat de gevolgde cursus met succes is doorlopen.
- Cursisten van een cursus kunnen alleen door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)/ Europese Reanimatie Raad (ERC) worden gecertificeerd als zij tijdens de cursus specialistische reanimatie als ‘competent’ zijn aangemerkt door de faculty van de betreffende cursus.
- Cursisten kunnen slechts met succes de cursus voltooien als ze tijdens de hele cursus aanwezig zijn geweest. Als een cursist met een legitieme reden een deel van de cursus mist, kan deze het gemiste deel binnen 1 jaar tijdens een andere cursus volgen. Voorwaarde is wel dat men in de initiële cursus voor alle beoordelingscomponenten is geslaagd.
- Op certificaten wordt alleen de datum van de laatst gevolgde cursus vermeld.
- Het is aan de houder van het certificaat om zijn vaardigheden te onderhouden.
- Een cursist die niet slaagt voor een cursus zal een document van aanwezigheid ontvangen van het cursuscentrum.
- Een erkend instructeur wordt ook beschouwd als een erkende hulpverlener voor de desbetreffende cursus.
Hercertificering
Hercertificering hulpverlener
- Het is de verantwoordelijkheid van een houder van een certificaat om zijn vaardigheden te onderhouden. Dit gebeurt via hercertificering.
- Hulpverleners kunnen zich opnieuw laten certificeren op 2 manieren:
- Het volgen van een opfriscursus. Dit is mogelijk als de opfriscursus plaatsvindt binnen 2 jaar (voor ALS en ILS certificaten) of binnen 3 jaar (voor EPALS en NLS certificaten) na het volgen van de cursus specialistische reanimatie, waarbij in de tussentijd het geleerde aantoonbaar (door beroep of werkplek) in de praktijk is gebracht.
- Het opnieuw met succes afronden van een basiscursus.
- Een eventueel BLS certificaat wordt vernieuwd door het volgen van een ALS of ILS cursus of ALS of ILS opfriscursus. Een PBLS certificaat wordt vernieuwd door het volgen van een EPALS cursus of EPALS opfriscursus.
Hercertificering instructeur
- De instructeur moet in een periode van 2 jaar instructie geven op tenminste 2 cursussen. Deze regel geldt voor elke type cursus waarvoor men de status van instructeur bezit. Als hieraan niet wordt voldaan zal men voor het desbetreffende type cursus terugvallen naar de status van kandidaat instructeur. Om opnieuw de status van instructeur te krijgen, moet men op 1 cursus als kandidaat instructeur meelopen en positief worden beoordeeld en zo nodig de verplichte bijscholing volgen.
- Een cursus leiden als cursusleider of kandidaat cursusleider, geldt bij hercertificering ook als het geven van een cursus als instructeur.
- De instructeur moet ook elke 3 jaar een educatieve instructeurs bijscholing volgen. En moet in een periode van 2 jaar instructie geven op tenminste 2 cursussen.
- Iedere instructeur zal ook elke 6 jaar opnieuw worden beoordeeld door een cursusleider of een collega instructeur op geleide van het kandidaat instructeur beoordelingsformulier. Het resultaat wordt vermeld in het portfolio van de instructeur.
Als een instructeur is ingeschreven voor de faculty van een hulpverlenerscursus tussen de 4 en 6 jaar na zijn laatste beoordeling, wordt hij beoordeeld door de aanwezige cursusleider en de beoordeling wordt geregistreerd in het cursusmanagementsysteem CoSy. De instructeur moet de hele cursus aanwezig zijn. Bij een negatieve beoordeling, vindt een tweede beoordeling binnen 1 jaar plaats op een andere cursus, onder leiding van een andere cursusleider.
Als de tweede beoordeling eveneens negatief uitvalt of als de herbeoordeling niet binnen 1 jaar heeft plaatsgevonden, verliest de instructeur de status van instructeur.
Hercertificering cursusleider
- Een cursusleider moet lid zijn van een faculty voor tenminste 2 cursussen per 2 jaar waarbij hij minstens eenmaal als cursusleider optreedt.
- Een cursusleider die is gekwalificeerd voor verschillende type cursussen en die zijn status behoudt als cursusleider voor 1 van die cursussen, blijft ook cursusleider voor de overige type cursussen waarvoor hij instructeur en cursusleider is.
- Een cursusleider die zijn status van cursusleider behoudt voor een bepaald type cursus, blijft ook instructeur voor dat type cursus.
- Iedere cursusleider zal minimaal eens per 6 jaar als kandidaat cursusleider optreden en tijdens een cursus worden beoordeeld door de Nationale cursusleider of een door de Nationale cursusleider aangewezen cursusleider. Beoordeling gebeurt aan de hand van het beoordelingsformulier cursusleider.
Na beoordeling vindt registratie hiervan plaats in het cursusmanagementsysteem CoSy.
De cursusleider die als kandidaat cursusleider wordt beoordeeld moet de hele cursus aanwezig zijn. Bij negatieve beoordeling zal een tweede beoordeling plaatsvinden door een andere cursusleider, hetgeen binnen 1 jaar na de negatieve beoordeling plaats moet vinden. Als ook de tweede beoordeling negatief uitvalt of wanneer dit niet kon gebeuren binnen de gestelde termijn, verliest hij de status van cursusleider. - De cursusleider moet elke 3 jaar een educatieve instructeurs bijscholing te volgen.
- Een cursusleider mag in maximaal 80% van de cursussen waarop hij als cursusleider actief is, door één en hetzelfde cursuscentrum worden ingezet. Deze regel geldt alleen als voor de betreffende cursus meerdere cursuscentra actief zijn.
Hercertificering GIC instructeur
- Een GIC instructeur moet zelf zorgdragen voor zijn certificering.
- Iedere GIC instructeur zal minimaal eens in de 6 jaar, tijdens een Generieke Instructeur Cursus worden beoordeeld door de cursusleider.
Om dit te bereiken zal een GIC Instructeur tussen de 4 en 6 jaar na zijn laatste beoordeling, op een Generieke Instructeur Cursus beoordeeld worden door de aanwezige cursusleider en de beoordeling wordt geregistreerd in het cursusmanagementsysteem CoSy. De cursusleider wordt in de beoordeling bijgestaan door de Educator. De GIC instructeur moet de hele Generieke Instructeur Cursus aanwezig zijn.
Bij een negatieve beoordeling, vindt een tweede beoordeling plaats bij een andere cursusleider en wel binnen 1 jaar na de cursus waarop de instructeur negatief is beoordeeld. Als de tweede beoordeling ook negatief uitvalt of wanneer dit niet kon gebeuren binnen de gestelde termijn, verliest hij de status GIC instructeur. - Optreden als (kandidaat) cursusleider op een Generieke Instructeur Cursus staat voor hercertificering gelijk aan het geven van een cursus als instructeur.
Hercertificering Educator
- Iedere Educator treedt minimaal eens per 6 jaar op als kandidaat Educator en wordt tijdens een Generieke Instructeur Cursus beoordeeld door een collega Educator, samen met de cursusleider van de desbetreffende Generieke Instructeur Cursus. De beoordeling wordt vermeld in het cursusmanagementsysteem CoSy.
De Educator die als kandidaat Educator wordt beoordeeld moet de hele cursus aanwezig te zijn.
Bij negatieve beoordeling vindt binnen 1 jaar na deze beoordeling een tweede beoordeling plaats door een andere Educator. Als de tweede beoordeling negatief uitvalt of wanneer dit niet kon gebeuren binnen de gestelde termijn, verliest hij de status van Educator.
Faculty
- De hele faculty (cursusleider, instructeur(s), eventueel een educator) wordt geacht tijdens de cursus aanwezig te zijn op de locatie. Tenminste 80% van de faculty wordt ook geacht daadwerkelijk in het lokaal aanwezig te zijn.
Kandidaat instructeur
- Om de status van instructeur te bereiken moet de kandidaat instructeur:
- Een hulpverlenerscursus met succes afgerond hebben en heeft de kwalificatie instructeur potentieel (IP) gekregen.
- Een Generieke Instructeurs Cursus met succes afgerond hebben. Dit mag ook Generieke Instructeur Cursus zijn die bij een andere aanbieder van “Life Support-cursussen” (op specialistisch niveau) is doorlopen.
- De Generieke Instructeur Cursus moet geregistreerd zijn in het cursusmanagementsysteem CoSy. Of de kandidaat instructeur moet een schriftelijk bewijs overhandigen waaruit blijkt waar en wanneer de Generieke Instructeur Cursus is doorlopen. Het cursuscentrum doet bij inschrijving van de cursist navraag bij het cursuscentrum waarvan de kandidaat instructeur aangeeft dat de Generieke Instructeur Cursus daar succesvol is doorlopen.
- Na het doorlopen van de Generieke Instructeur Cursus moet op tenminste 2 specialistische hulpverlenerscursussen (géén opfriscursussen) instructie te worden gegeven binnen een periode van 2 jaar.
- Wanneer de kandidaat instructeur na 2 cursussen niet het vereiste niveau heeft bereikt, kan een extra derde kans worden geboden om tijdens een derde cursus als kandidaat instructeur te instrueren.
De cursusleider van de tweede cursus waarop de kandidaat instructeur niet voldoet aan de gestelde eisen, bepaalt of de kandidaat instructeur een derde kans wordt geboden. Daarbij wordt geregistreerd op welke gronden de kandidaat instructeur een derde cursus moet doorlopen en op welke aspecten in het bijzonder gelet moet worden in de beoordeling. - Terwijl de kandidaat instructeur instructie geeft, zal deze steeds onder supervisie staan van een instructeur.
- Waar mogelijk zal de kandidaat instructeur ervaring opdoen in lesgeven en beoordelen tijdens elk van de verschillende les- en beoordelingsmethoden.
- De kandidaat instructeur moet aanwezig zijn tijdens de hele cursus.
- De kandidaat instructeur krijgt onmiddellijk feedback van een door de cursusleider aangewezen instructeur (mentor) over diens prestaties tijdens de sessies waar de kandidaat instructeur instructie geeft. Deze beoordelingen worden met de kandidaat instructeur op gezette tijden gedurende de cursus besproken. Hetgeen is besproken wordt ook in het persoonlijke portfolio (“Learning Path”) vastgelegd.
- De kandidaat instructeur doorloopt de cursussen als kandidaat instructeur binnen een periode van 2 jaar na de datum van het voltooien van de Generieke Instructeur Cursus, tenzij buitengewone omstandigheden dit verhinderen. Dat is ter beoordeling van de cursusleider.
Wanneer de stages niet binnen een periode van 2 jaar succesvol zijn voltooid, moet een nieuwe Generieke Instructeur Cursus worden gevolgd om weer de status van kandidaat instructeur te krijgen. - Als een kandidaat instructeur bij een ander type cursus de status van instructeur potentieel krijgt, is deze voor die cursus ook gelijk kandidaat instructeur. Er hoeft géén aparte Generieke Instructeur Cursus doorlopen te worden voor de tweede cursus.
- Het verkrijgen van de status instructeur potentieel of kandidaat instructeur geldt slechts voor 1 type cursus. Er kunnen geen rechten aan ontleend worden om ook voor een ander type cursus deze status te krijgen.
Instructeur
- Instructeurs mogen instrueren op Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) cursussen en op Europese Reanimatie Raad (ERC) cursussen in andere landen als zij:
- De spreektaal van die cursus machtig zijn.
- Voldoen aan de door de Nationale Reanimatieraad gestelde eisen aan instructeurs.
- Uitgenodigd worden door een cursuscentrum, dat erkend is in dat land.
- Instructie geven onder supervisie van een door de Europese Reanimatie Raad (ERC) erkende cursusleider.
Kandidaat cursusleider
- Om in aanmerking te komen voor selectie als kandidaat cursusleider, moet de beoogde instructeur in tenminste 4 in het cursusmanagementsysteem CoSy geregistreerde cursussen instructie hebben gegeven.
- Een kandidaat cursusleider is een ervaren instructeur die door 2 cursusleiders is geselecteerd en vervolgens aan de overige cursusleiders wordt voorgesteld als kandidaat cursusleider. Met instemming van de cursusleiders en de Nationale cursusleider mag de instructeur meelopen als kandidaat cursusleider. De kandidaat cursusleider moet dan gecoacht worden door de cursusleider met betrekking tot alle cursus gerelateerde zaken en moet bij alle faculty overleggen aanwezig te zijn.
- Als een instructeur eenmaal is geselecteerd als kandidaat cursusleider, moet deze tenminste 2 in het cursusmanagementsysteem CoSy geregistreerde cursussen als kandidaat cursusleider hebben voltooid, met positieve beoordeling van de cursusleider, alvorens hij zelf tot cursusleider kan worden opgewaardeerd. Eén van de cursussen moet geleid worden door de Nationale cursusleider en de cursussen moeten georganiseerd worden door 2 verschillende cursuscentra.
- De opwaardering tot cursusleider vereist de goedkeuring van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR).
- Een cursus heeft maximaal 1 kandidaat cursusleider.
- De kandidaat cursusleider moet aanwezig zijn tijdens de hele duur van de cursus.
Cursusleider
- De cursusleider is verantwoordelijk voor het verloop van de cursus volgens het geldende cursusreglement. Men kan daarbij denken aan het cursusprogramma, het samenstellen van de faculty, de cursusruimte, het beoordelen van kandidaat instructeurs en het correct afwikkelen van de cursus in het cursusmanagement-systeem CoSy. Bij inhoudelijke geschillen, maar ook bij geschillen van organisatorische aard, is het oordeel van de cursusleider bindend.
- De cursusleider stelt een verslag op van de cursus, hetgeen staat weergegeven in het cursusmanagementsysteem CoSy. Ook brengt de cursusleider het cursuscentrum op de hoogte van diens bevindingen.
- De cursusleider moet tijdens de hele duur van de cursus aanwezig zijn.
- Cursusleiders mogen Europese Reanimatie Raad (ERC) cursussen leiden in elk land, voor zover ze de taal machtig zijn die op de betreffende cursus wordt gebruikt, zich schikken naar de vereisten van cursusleider van de geldende, Nationale Reanimatieraad (NRC) en door een cursuscentrum worden uitgenodigd die door dat land is erkend.
- Een cursusleider is niet per definitie verbonden aan een cursuscentrum maar kan voor meerdere cursuscentra de rol van cursusleider vervullen.
Kandidaat GIC instructeur
- Een kandidaat GIC instructeur is een ervaren instructeur die wordt voorgedragen door GIC instructeurs. De kandidaat GIC instructeur wordt in overleg met de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) gevraagd met de faculty van een Generieke Instructeur Cursus mee te lopen.
- Om in aanmerking te komen voor selectie als kandidaat GIC instructeur, moet de beoogde instructeur tenminste in 4 in het cursusmanagementsysteem CoSy geregistreerde cursussen instructie hebben gegeven.
- Na selectie als kandidaat GIC instructeur moet hij ten minste 2 in het cursusmanagementsysteem CoSy geregistreerde cursussen als kandidaat GIC instructeur hebben voltooid, met positieve beoordeling van de GIC cursusleider, alvorens hij zelf tot GIC instructeur wordt opgewaardeerd. De opwaardering wordt daarbij bevestigd door zowel de Educator van de tweede cursus die de kandidaat GIC instructeur doorloopt, als de cursusleider van die cursus.
- De kandidaat GIC instructeur moet aanwezig zijn tijdens de hele duur van de cursus.
GIC instructeur
- GIC instructeurs mogen instrueren op Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) erkende GIC cursussen en op Europese Reanimatie Raad (ERC) erkende GIC cursussen in andere landen als zij:
- De spreektaal van die cursus machtig zijn.
- Voldoen aan de door de Nationale Reanimatieraad gestelde eisen aan instructeurs.
- Uitgenodigd worden door een cursuscentrum, dat is erkend in dat land.
- Instructie geven onder supervisie van een door de Europese Reanimatie Raad (ERC) erkende cursusleider.
Educator
- De Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) bepaalt het aantal Educators dat zij in haar bestand wil hebben om de Generieke Instructeur Cursussen van Educators te voorzien. Het aantal Educators is een resultaat van het aantal te verwachten Generieke
Instructeur Cursussen en het (te verwachten) verloop binnen de Educatieve Adviesraad. - Een gekwalificeerde GIC instructeur wordt op voorspraak van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) in de gelegenheid gesteld Educator te worden. Daarbij moet de GIC instructeur voldoen aan een aantal criteria:
- Beschikt over een CV waaruit ruime cursuservaring blijkt (tenminste 3 jaar les gegeven aan volwassenen).
- Moet een schriftelijk verzoek in bij de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) waaruit de motivatie blijkt om Educator te willen worden.
- Is bereid om de Europese Reanimatie Raad (ERC) Educator Master Class te volgen.
- Is tenminste in 4 Generieke Instructeur Cursussen als GIC Instructeur in een faculty opgenomen.
- Beschikt over de juiste professionele achtergrond (Gezondheidszorg, Verpleegkunde, Geneeskunde of Gezondheidswetenschappen).
- Beschikt over het Europese Reanimatie Raad (ERC) Associate Gold Membership.
- Beschikt over uitstekende communicatievaardigheden, met name aangaande het gedrag van cursisten, ondersteuning van de faculty waarbij de nadruk ligt op competenties in omgangsvormen, effectieve feedback en presentatievaardigheden.
- Toont competentie in het verzorgen van onderwijs, beheerst het lesgeven en ondersteunt het leren (empathie, geloofwaardigheid, eerlijkheid, biedt ondersteuning en richt zich op individuele- en groepsprocessen).
- Kan organiseren, motiveren en groepen van instructeurs leiden met daarbij de focus op het behalen van de gestelde leerdoelen.
- Toont flexibiliteit en het begeleidt cursisten, facultyleden en bij programma gerelateerde problemen.
- Beschikt bij voorkeur over expertise op het gebied van moderne evidence-based ontwikkelingen in zowel onderwijskunde als gezondheidszorg.
- Een opleiding in onderwijskunde strekt tot aanbeveling.
- Een klinische achtergrond en ervaring als specialist in een bepaald zorgdomein strekken eveneens tot aanbeveling.
- Als Educator geldt de verplichting tot:
- Participeren in het Europese Reanimatie Raad (ERC) kwaliteitsprogramma voor Educators.
- Per 3 jaar tenminste:
- 2 Generieke Instructeur Cursussen als Educator begeleiden onder toezicht van een ervaren Educator.
- 1 bijeenkomst voor Educators bijwonen, te organiseren door de Europese Reanimatie Raad (ERC), of een medisch educatief congres bij te wonen.
- Zitting nemen in de Educatieve Adviesraad van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR).
- De Educator die ook GIC cursusleider is, heeft nooit beide functies op 1 Generieke Instructeur Cursus.
- Educators mogen instrueren op Generieke Instructeur Cursussen in andere landen als zij:
- De spreektaal van die cursus machtig zijn.
- Uitgenodigd worden door een cursuscentrum, dat is erkend in dat land.
- Instructie geven onder supervisie van een door de Europese Reanimatie Raad (ERC) erkende GIC cursusleider.
Cursus specifieke regelgeving
Cursus Advanced Life Support (ALS)
- Voor Nederland geldt dat een 2-daagse ALS-cursus zodanig is opgebouwd dat deze een congruent geheel vormt. Na het doorlopen van de beide cursusdagen, kan de cursist het certificaat ILS krijgen. Dit is echter ter discretie van de faculty en derhalve niet automatisch.
- De cursusleider bij een ALS-cursus moet een arts zijn met ervaring in het desbetreffende medisch domein.
- Tijdens een ALS-cursus worden demonstraties getoond ten behoeve van zowel de oefenscenario’s (CASTeach) als de toets scenario’s (CASTest). Hiervoer bestaan 2 mogelijkheden:
- De demonstraties worden getoond aan de hand van een film die de Nederlandse Reanimatie Raad hiervoor speciaal uitvaardigt. Enig ander filmmateriaal wordt niet toegestaan.
- De faculty, of een deel daarvan, verzorgt de demonstraties met de cursisten als publiek.
- De demonstratie moet uitgaan van een klinische patiënt, tenzij de groep volledig wordt gevormd door cursisten die niet in een klinische omgeving werkzaam zijn, bijvoorbeeld ambulancepersoneel.
- Als de beoordeling van de cursisten volledig aan de hand van continuous assessment plaatsvindt, draagt de cursusleider de verantwoordelijkheid voor het hanteren van de juiste wijze van objectieve beoordeling van de cursisten. Hier zijn de daartoe ontwikkelde formulieren het uitgangspunt voor.
- Tijdens de cursus worden de onderwerpen in het scenario-onderwijs in een vaste volgorde behandeld. Wijzigingen in de volgorde, of in voorkomende gevallen ook de (actuele) inhoud, zijn alleen voorbehouden aan de cursusleider.
- De cursusleider is bij een ALS-cursus boventallig op het aantal instructeurs.
Cursus Immediate Life Support (ILS)
- De cursusleider bij een ILS-cursus moet een instructeur ALS zijn.
- De cursusleider telt mee als instructeur in de faculty.
- Beoordeling gebeurt door middel van continuous assessment op basis van de beoordelingsformulieren die voor elke basisvaardigheid beschikbaar zijn.
- Om de kwalificatie instructeur potentieel aan een cursist van de hulpverlener cursus toe te wijzen, moet de faculty uit tenminste 2 instructeurs bestaan.
- Een instructeur ALS is automatisch kandidaat instructeur ILS.
- Een ILS hulpverlener met de status instructeur potentieel moet eerst een ALS hulpverlenerscursus met succes afronden voor een Generieke Instructeur Cursus te mogen volgen.
- Een instructeur ALS die tweemaal succesvol heeft meegelopen als kandidaat instructeur ILS en daarmee de status van instructeur ILS heeft bereikt, heeft daarmee ook de status om als cursusleider ILS te fungeren. De cursusleider moet volledig betrokken zijn bij het organiseren en verzorgen van de ILS-cursus.
Cursus European Paediatric Advanced Life Support (EPALS)
- Voor Nederland geldt dat een 2-daagse EPALS-cursus zodanig is opgebouwd dat deze een congruent geheel vormt.
- Tenminste 1 van de instructeurs in de faculty is arts en actief betrokken bij de medische zorg aan kinderen.
- Alle facultyleden moeten actief en professioneel betrokken zijn bij hoogwaardige medische zorg aan kinderen.
- De beoordeling van de cursisten vindt plaats volgens de principes van continuous assessment. De cursusleider is eindverantwoordelijk voor het hanteren van de juiste wijze van objectieve beoordeling van de cursisten. Hiervoor zijn de ontwikkelde formulieren het uitgangspunt.
- Tijdens een EPALS-cursus worden demonstraties getoond ten behoeve van de oefenscenario’s. Hiervoor bestaan 2 mogelijkheden:
- De demonstraties worden getoond aan de hand van een film die met goedkeuring van de EPALS NCD en de Nederlandse Reanimatie Raad hiervoor speciaal vervaardigd is. Enig ander filmmateriaal wordt niet toegestaan.
- De faculty, of een deel daarvan, verzorgt de demonstraties met de cursisten als publiek.
De demonstratie moet uitgaan van een klinische patiënt.
Cursus Newborn Life Support (NLS)
- Alle facultyleden moeten actief en professioneel betrokken zijn bij de medische opvang en behandeling van kinderen bij de geboorte
- Als de beoordeling van de cursisten volledig aan de hand van continuous assessment plaatsvindt, draagt de cursusleider de verantwoordelijkheid voor het hanteren van de juiste wijze van objectieve beoordeling van de cursisten. Hier zijn de ontwikkelde formulieren het uitgangspunt voor.
Generieke Instructeur Cursus (GIC)
- Voor de faculty gelden de navolgende bepalingen:
- Per 3 cursisten moet er tenminste 1 GIC instructeur of kandidaat GIC instructeur zijn. De Educator telt bij voorkeur niet mee als GIC instructeur.
- Er is een medisch gekwalificeerde GIC instructeur aanwezig voor elke soort hulpverlenerscursus die vanuit de cursisten aanwezig is.
- Een Educator maakt verplicht onderdeel uit van de faculty
- De cursusleider en Educator mogen nooit één en dezelfde persoon te zijn. Bij voorkeur worden zij ook boventallig op de faculty gerekend.
- Beoordeling gebeurt door middel van continuous assessment op basis van de beoordelingsformulieren die voor elke basisvaardigheid beschikbaar zijn.
- De Generieke Instructeur Cursus is ook opengesteld voor instructeurs potentieel uit de European Trauma Course.
- De sleutelrol van de Educator is het garanderen van de kwaliteitsstandaard van de cursus. Specifieke taken zijn:
- Toezien op het leerproces in de cursus.
- Communiceren van kernelementen van de opleidingstheorieën.
- Beschikken over expertise in medische opleidingen.
- Kritisch observeren en begeleiden van cursisten en faculty.
- Focus houden op de leerdoelen en het bereiken van doelstellingen.
- Faciliteren van het lesgeven.
- Toezien op hercertificering.
Klachtenprocedure
Bij het indienen van een klacht gelden de volgende voorwaarden:
- Een klacht kan worden ingediend binnen een tijdsbestek van 4 weken na een cursus. De klacht kan ook betrekking hebben op cursus gerelateerde zaken die na de cursus hebben plaatsgevonden (bijvoorbeeld administratieve afhandeling).
- De klacht kan worden ingediend door een cursist, maar ook door een facultylid of cursusorganisator.
- De klacht wordt altijd eerst voorgelegd aan de cursusleider van de betreffende cursus.
- Als de klacht de cursusleider betreft, wordt de klacht ingediend bij de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR). De klager wordt gewezen op deze mogelijkheid door het cursuscentrum of door de cursusleider bij het indienen van de klacht.
- Als de cursusleider een klacht heeft over de cursus wordt deze ingediend bij de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR).
- In de omstandigheid dat een weerwoord van de beklaagde(n) moet worden verkregen, gebeurt dit binnen 2 maanden na de laatste cursusdag van de betreffende cursus.
Besluitvorming en beroepsprocedure:
- Na het ontvangen van de klacht, neemt de cursusleider hierover een formeel besluit. Dit besluit wordt genomen binnen 4 weken na het indienen van de klacht.
- Als het besluit en de hieruit voortvloeiende acties als onvoldoende worden ervaren door de klager, kan deze in beroep gaan door de klacht schriftelijk voor te leggen aan de Nederlandse Reanimatie Raad. De voorzitter van de Educatieve Adviesraad en de desbetreffende Nationale cursusleider nemen gezamenlijk binnen een termijn van 2 maanden na ontvangst van de klacht een besluit.
Cassatie
- Als het besluit van de Nederlandse Reanimatie Raad voor de klager of voor de verweerder geen uitsluitsel geeft, of niet conform de in deze reglementen omschreven procedures is verlopen, kan binnen 1 maand na ontvangst van de beslissing worden geëscaleerd naar de Europese Reanimatie Raad (ERC). De Europese Reanimatie Raad (ERC) heeft, vanaf het moment van indienen, 6 maanden de tijd om tot een oordeel te komen en heeft de bevoegdheid om een besluit nietig te verklaren en om betrokken autoriteiten te vragen om met een oplossing te komen die in lijn is met de reglementen.
Overzicht klachtenprocedure
Basis | Eerst | Beroep | Cassatie | |
---|---|---|---|---|
Cursus gerelateerd | Klacht | CD | NRR | ERC |
Klacht door CD | NRR | |||
Klacht over CD | ||||
Schorsing gerelateerd | Klacht | NRR | ERC | Board ERC |
Intrekken van kwalificaties
- Kwalificaties als cursuscentrum, cursusleider of instructeur worden ingetrokken door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) als na het ontvangen van een officiële klacht en nadat elke partij, ook de betrokkene zelf, de kans heeft gekregen om zijn visie op de zaak te verwoorden de klacht gegrond is verklaard. De beslissing wordt schriftelijk medegedeeld aan alle betrokken partijen en door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) gearchiveerd. Een Engelstalige versie van de klacht, de argumenten en de beslissing zal worden meegedeeld aan de Europese Reanimatie Raad (ERC).
- Elke direct betrokken partij mag tegen de uitspraak beroep aantekenen bij de Europese Reanimatie Raad (ERC). De beroepsprocedure schort de eerste uitspraak op, tenzij de Europese Reanimatie Raad (ERC) beslist dat het risico op herhaling een te hoog risico betekent voor individuen, voor de kwaliteit van de cursus of voor de organisatie.
De Europese Reanimatie Raad (ERC) zal elke betrokken partij om haar visie vragen en zal tenslotte een definitieve beslissing nemen, liefst binnen 6 maanden na het ontvangen van het beroep. Daardoor kan de beslissing, genomen door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR), worden herzien.
Deze uiteindelijke beslissing wordt schriftelijk medegedeeld aan alle betrokkenen en worden gearchiveerd door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)
Cursussen buiten het curriculum
- Dit zijn specialistische reanimatiecursussen die buiten het reguliere cursusaanbod van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) en/of Europese Reanimatie Raad (ERC) vallen en dus niet als zodanig staan benoemd in Artikel 2, paragraaf 2.1 tot en met 2.7 in dit reglement.
- Een door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) erkend cursuscentrum kan een cursus zoals omschreven in paragraaf 14.1 ter beoordeling aan de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) aanbieden volgens de geldende procedure met het verzoek deze te erkennen als opfriscursus voor een specifieke cursus specialistische reanimatie.
- Een cursus zoals bedoeld in dit artikel moet aan de volgende eisen voldoen om als dusdanig erkend te worden:
- De cursus is door een Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) erkend cursuscentrum ter beoordeling aangeboden bij de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR).
- De cursus heeft een overstijgend niveau ten opzichte van de basiscursus waaraan de te beoordelen cursus is gelieerd.
- De te beoordelen cursus staat te allen tijde onder auspiciën van een Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) erkend cursuscentrum.
- Per groep van maximaal 6 cursisten is tenminste 1 Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)/ Europese Reanimatie Raad (ERC) instructeur aanwezig, conform het didactisch concept.
- Tijdens de cursus moet de cursist zich competent tonen in de basisleerdoelen van een specialistische reanimatiecursus (teamleiderschap, basis reanimatie, defibrillatie, ABCDE-methodiek, traceren en handelen op omkeerbare oorzaken van het arrest en het medicatiebeleid).
- De cursus wordt na erkenning als opfriscursus geregistreerd in het cursusmanagement systeem CoSy, evenals de cursisten. Op basis hiervan wordt een certificaat toegekend aan de cursist.
- De studiebelasting moet minimaal overeenkomstig zijn met een reguliere opfriscursus.
- Het niet behalen van de beoordeelde cursus heeft als gevolg dat ook géén certificaat wordt behaald van de cursus waaraan de cursus is gelieerd.
- De te beoordelen cursus voldoet aan de eisen voor herregistratie.
- Het cursuscentrum verifieert de einddatum van het certificaat van de cursist voor de betreffende cursus.
- Voor de registratie van de cursisten vindt de reguliere financiële afhandeling plaats met de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) en/of Europese Reanimatie Raad (ERC).
Bijlage 1: Overzicht kwalificaties
Hulpverlenerscursus
Hulpverlener
Instructeur Potentieel (IP)
Generieke Instructeur Cursus (GIC)
Kandidaat instructeur
2 cursussen geven onder toezicht
Volwaardig instructeur
Ervaren instructeur (tenminste 4 cursussen) en op voordracht van cursusleider GIC
Ervaren instructeur (tenminste 4 cursussen) en op voordracht van twee cursusleiders
Kandidaat instructeur trainer
Kandidaat cursusleider
2 cursussen geven onder toezicht
2 cursussen geven onder toezicht
Instructeur trainer
Cursusleider
Ervaren instructeur trainer (tenminste 4 cursussen) en op voordracht van cursusleider GIC
Kandidaat cursusleider GIC
2 cursussen geven onder toezicht
Cursusleider GIC
Educator Masterclass
Kandidaat Educator
2 cursussen geven onder toezicht
Educator
Bijlage 2: Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)/ Europese Reanimatie Raad (ERC) gedragscode (Code of Conduct)
Deze gedragscode richt zich tot een ieder die instructie geeft of assisteert tijdens cursussen die onder de auspiciën van Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) en Europese Reanimatie Raad (ERC) worden gehouden en die werden ontwikkeld om de theorie en de praktische vaardigheden van reanimatie aan te leren.
Daarom is het belangrijk dat degene die door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) en Europese Reanimatie Raad (ERC) is gecertificeerd:
- Zich realiseert dat certificering en hercertificering afhankelijk is van het nakomen van deze code en met goed resultaat voldoen aan de nodige vereisten voor hercertificering.
- Zelf verantwoordelijk is voor de eigen certificering, welke is gebaseerd op het kennis-, vaardigheid- en competentieniveau die aan de certificering is gebonden.
- Ervoor zorgt dat de cursussen die door Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) en Europese Reanimatie Raad (ERC) erkend zijn, worden gegeven overeenkomstig dit cursusreglement, samen met het gebruik van lesboeken, presentaties en ander materiaal en ervoor zorgt dat er een constant niveau van kennis en vaardigheden wordt bereikt.
- Zich zal gedragen, te allen tijde en op een verantwoordelijke manier bij deelname aan een cursus of een sociaal evenement in verband met cursussen, die onder de auspiciën van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) en Europese Reanimatie Raad (ERC) worden verzorgd en elke andere van toepassing zijnde professionele gedragscode in acht zal nemen.
- Zal samenwerken met andere instructeurs, onderwijskundigen, cursuscentra en het daartoe behorende administratief en ondersteunend personeel en hun individuele bijdragen zal erkennen en respecteren.
- Vermijdt om enig misbruik te maken van de verworven positie.