/* Default Off-Canvas (Hidden) */ .e-off-canvas { z-index: 100; display: none; visibility: hidden; opacity: 0; transition: opacity 0.15s ease-in-out; } /* Show Off-Canvas */ .e-off-canvas-visible { display: block !important; visibility: visible !important; opacity: 1 !important; z-index: 9999 !important; } /* Hide Off-Canvas */ .e-off-canvas-hidden { visibility: hidden !important; opacity: 0 !important; z-index: 10 !important; } /* White Background Behind Off-Canvas */ body::before { content: ""; position: fixed; top: 0; left: 0; width: 100vw; height: 100vh; background: rgba(255, 255, 255, 1); opacity: 0; visibility: hidden; z-index: 9998; transition: opacity 0.15s ease-in-out; } body.off-canvas-active::before { opacity: 1; visibility: visible; } jQuery(function($) { const TRANSITION_DELAY = 150; // Tussenoptie: 150ms function forceRepaint() { document.body.style.display = 'none'; document.body.offsetHeight; document.body.style.display = 'block'; window.dispatchEvent(new Event('resize')); } function closeAllOffCanvas(exceptID = null) { $(".e-off-canvas").each(function() { let canvasID = $(this).attr("id"); if (!exceptID || canvasID !== exceptID) { $(this).removeClass("e-off-canvas-visible") .addClass("e-off-canvas-hidden") .attr("aria-hidden", "true") .css({ "z-index": "10", "visibility": "hidden", "opacity": "0" }); setTimeout(() => { if ($(this).attr("aria-hidden") === "true") { $(this).css("display", "none"); } }, TRANSITION_DELAY); } }); setTimeout(() => { if (!$(".e-off-canvas-visible").length) { $("body").removeClass("off-canvas-active"); forceRepaint(); } }, TRANSITION_DELAY); } function openOffCanvas(targetID) { let targetCanvas = $(targetID); if (targetCanvas.length) { closeAllOffCanvas(targetID); setTimeout(() => { targetCanvas.removeClass("e-off-canvas-hidden") .addClass("e-off-canvas-visible") .attr("aria-hidden", "false") .css({ "z-index": "9999", "visibility": "visible", "opacity": "1", "display": "block" }); $("body").addClass("off-canvas-active"); }, TRANSITION_DELAY); } } function decodeBase64(str) { try { return atob(str); } catch (e) { return null; } } $(document).on('click', '[href*="elementor-action%3Aaction%3Doff_canvas%3Aopen"]', function(event) { event.preventDefault(); let href = decodeURIComponent($(this).attr("href")); let base64Match = href.match(/settings=([^&]+)/); if (base64Match) { let decodedSettings = decodeBase64(base64Match[1]); try { let settingsObj = JSON.parse(decodedSettings); if (settingsObj.id) { let offCanvasID = "#off-canvas-" + settingsObj.id; openOffCanvas(offCanvasID); } } catch (e) {} } }); $(document).on('click', '[href*="elementor-action%3Aaction%3Doff_canvas%3Aclose"]', function(event) { event.preventDefault(); closeAllOffCanvas(); }); $(".e-off-canvas").each(function() { $(this).attr("aria-hidden", "true").css({ "z-index": "10", "visibility": "hidden", "opacity": "0", "display": "none" }); }); $(document).on('click', 'a[href*="#"]', function(event) { let href = $(this).attr('href'); if (href.indexOf('#') !== -1) { closeAllOffCanvas(); } }); });

Cursusreglement Cursus instructeur trainer (P)BLS

Inleiding

Het uniformeren en verbeteren van de kwaliteit van reanimatie cursussen is statutair één van de opdrachten van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR). Het is goed dat instructeurs en cursuscentra duidelijk weten wat van hen verwacht wordt en waarop kan worden getoetst.

Het huidige cursusreglement dateert al van 2012 toen de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) cursussen tot(P)BLS-instructeur door de Europese Reanimatie Raad (ERC) werden erkend. Sindsdien hebben de regels rondom de cursussen als gevolg van beleidswijzigingen, nieuwe inzichten en ontwikkelingen een aantal wijzigingen ondergaan. Zo heeft de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) in 2018 besloten het onderwijs in reanimatie van volwassenen (BLS) en reanimatie van baby’s en kinderen (PBLS) grondig te herzien om beter aan te sluiten op de actualiteit. Zo zijn de laatste jaren steeds meer cursisten ook actief als burgerhulpverlener en is een AED voor eigenlijk niemand meer onbekend. Dit alles was voor de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) aanleiding de regels rond onderwijs in reanimatie op te nemen in een nieuw cursusreglement. Op deze manier zijn alle afspraken rondom de cursussen weer volledig en duidelijk omschreven. 

Als uitgangspunt voor dit nieuwe cursusreglement is het cursusreglement van de Europese Reanimatie Raad (ERC) genomen. In sommige gevallen wijkt het Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) reglement af van het Europese Reanimatie Raad (ERC) reglement. Deze verschillen zijn voor een belangrijk deel terug te voeren op een verschil in benadering van het reanimatieonderwijs. Bij Europese Reanimatie Raad (ERC) cursussen wordt veelal gewerkt met grotere groepen cursisten en met een faculty, wat inhoudt dat er meerdere instructeurs bij een cursus betrokken zijn. Hierdoor is veel meer onderlinge feedback mogelijk. In Nederland zijn cursusgroepen in de regel kleiner en staan instructeurs vaak alleen voor een groep cursisten. Scholing en feedback aan instructeurs geschiedt vooral via georganiseerde bijscholingen. Daarnaast bevat het reglement van de Europese Reanimatie Raad (ERC) ook afspraken tussen de Europese Reanimatie Raad (ERC) en de Nationale Raden. Voor de overzichtelijkheid zijn die artikelen in dit reglement niet opgenomen.

Met het gereedkomen van dit document zijn alle regels en afspraken rondom het onderwijs gecentraliseerd daarmee komt het cursusreglement van 2012 te vervallen. Hetzelfde geldt voor andere documenten waarin regelgeving over de cursussen is opgenomen. Dit reglement geldt ook als uitgangspunt voor het toezicht op de kwaliteit van de cursussen.

NB: Overal waar ‘hij’, ‘hem’ of ‘zijn’ staat kan ook ‘zij’ of ‘haar’ gelezen worden.

Doelstellingen

  1. De doelstelling van een hulpverlenerscursus is de cursist vaardigheden aan te leren om de omstandigheden waarin je moet reanimeren te herkennen en te beginnen in een reële situatie, op het niveau waarop men mag verwachten dat hij kan functioneren. Het niveau van de cursist kan variëren van een niet professionele hulpverlener tot een zorgprofessional.
  2. De cursussen worden gegeven door Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)/ Europese Reanimatie Raad (ERC) gecertificeerde instructeurs die een door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)/ Europese Reanimatie Raad (ERC) erkende Basis Instructeur Cursus (BIC) hebben gevolgd. De cursist is zelf verantwoordelijk voor het behalen van het noodzakelijke leerrendement. Instructeurs en goed instructiemateriaal helpen bij het bereiken van dit rendement. Het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de instructeur en het cursuscentrum om zorg te dragen voor een optimaal leerklimaat. 

Definities

Soorten cursussen

Basis Instructeur Cursus (BIC)

De cursus is bedoeld voor personen die een BLS en/of PBLS cursus hebben gevolgd en zelf instructie willen gaan geven in de reanimatie. Het doel van de BIC is het aanleren van competenties die noodzakelijk zijn om zelfstandig een basiscursus of opfriscursus reanimatie te verzorgen.  

Cursus instructeur trainer (P)BLS

De cursus is bedoeld voor instructeurs (P)BLS die zelf instructeurs willen gaan opleiden. Voor de cursus gelden instroomeisen. Het doel van de cursus is het aanleren van competenties die noodzakelijke zijn om zelfstandig een Basis Instructeur Cursus te kunnen verzorgen. 

Cursus reanimatie van baby’s en kinderen, PBLS (Pediatric Basic Life Support)

Het doel van de PBLS cursus is het aanleren van competenties die noodzakelijk zijn om op het juiste moment de voor een reanimatie noodzakelijke vaardigheden op de juiste wijze uit te voeren. Onder noodzakelijke vaardigheden wordt onder meer verstaan het herkennen van een hartstilstand (circulatiestilstand), geven van borstcompressies en beademingen aan baby’s en kinderen en het gebruik van de AED. Cursussen zijn gericht op een grote variatie van hulpverleners: mensen uit het grote publiek tot medisch specialisten en andere (professionele) hulpverleners. 

Cursus reanimatie van volwassenen, BLS (Basic Life Support)

Het doel van de BLS cursus is het aanleren van competenties die noodzakelijk zijn om op het juiste moment de voor een reanimatie noodzakelijke vaardigheden op de juiste wijze uit te voeren. Onder noodzakelijke vaardigheden wordt onder meer verstaan het herkennen van een hartstilstand (circulatiestilstand), het geven van borstcompressies en beademingen en het gebruik van de AED. Cursussen zijn gericht op een grote variatie van hulpverleners: mensen uit het grote publiek tot medisch specialisten en andere (professionele) hulpverleners. 

Opfriscursussen

Opfriscursussen geven hulpverleners, instructeurs en instructeur trainers de mogelijkheid om op gezette tijden hun kennis en vaardigheden te tonen en daarmee hun certificaat te vernieuwen. Opfriscursussen zijn er op het niveau van hulpverleners, instructeurs en instructeur trainers.

Titels en functies

 Cursuscentrum

Een cursuscentrum is een persoon of organisatie die een cursus uitschrijft en daarbij eerste verantwoordelijke is voor de organisatorische, administratieve, financiële en logistieke aspecten van de cursus.

Cursusleider

Een cursusleider is een ervaren instructeur of instructeur trainer die tijdens een cursus de faculty voorzit en toeziet op het ordelijk verloop van een cursus.

Educator

Een Educator is een ervaren instructeur met een didactische achtergrond, die de Educator Master Class van de Europese Reanimatie Raad (ERC) en de bijbehorende stages met succes heeft afrondt.

Faculty

Afhankelijk van de cursus bestaat het opleidingsteam uit 1 of meerdere personen. Wanneer het team bestaat uit meerdere personen dan spreken we van een faculty. De faculty kan bestaan uit instructeur(s), kandidaat instructeur(s), een cursusleider, een kandidaat cursusleider en eventueel een educator.

Hulpverlener 

Een hulpverlener is iemand die een cursus reanimatie (P)BLS met succes heeft afgerond. 

Instructeur 

Een instructeur mag zelfstandig basis cursussen reanimatie en de bijbehorende opfriscursussen verzorgen.

Instructeur trainer

Een instructeur trainer mag zelfstandig de Basis Instructeur Cursus en bijbehorende opfriscursussen verzorgen.

Kandidaat cursusleider (alleen voor de Basis Instructeur Cursus)

Een kandidaat cursusleider Basis Instructeur Cursus (BIC) is een ervaren instructeur trainer die op voorspraak is uitgenodigd om de cursusleider van de BIC te schaduwen. Doel van het schaduwen is om zelf de status van cursusleider voor de BIC te verkrijgen. De kandidaat cursusleider is geen assistent, maar een cursusleider in opleiding.

Kandidaat instructeur 

Een kandidaat instructeur is iemand die de 1e dag van de Basis Instructeur Cursus (BIC) met succes heeft afgerond. De kandidaat instructeur moet nog onder begeleiding van een andere instructeur instructie geven en de 2e dag van de BIC te volgen. 

Kandidaat instructeur trainer

Een kandidaat instructeur trainer is een instructeur die een instructeur trainer cursus met succes heeft afgerond. De kandidaat instructeur trainer moet nog onder begeleiding van een andere instructeur trainer cursus geven.

Nationale cursusleider

De Nationale cursusleider is een ervaren instructeur trainer, die door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) wordt aangesteld en mede verantwoordelijk is voor de processen die te maken hebben met de kwaliteit van de desbetreffende cursus. Ook vertegenwoordigt de Nationale cursusleider de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) belangen en -standpunten bij het relevante Science and Education Committee (SEC) van de Europese Reanimatie Raad (ERC).

Overige definities

Cursusmanagementsysteem CoSy

Het cursusmanagementsysteem CoSy is het online leer- en administratieplatform dat bestaat uit 2 delen. Een gedeelte waarin toegang wordt verleend tot de cursusadministratie en een gedeelte waarin toegang tot lesmaterialen en e-learnings wordt verkregen.

Development Committee Education (DC-Edu)

De DC-Edu bestaat uit de vice-voorzitters met aandachtsgebied onderwijs van de verschillende Science and Education Committees (SEC’s), aangevuld met andere leden, die worden benoemd volgens de interne regels van de Europese Reanimatie Raad (ERC).

Educatieve Adviesraad

De Educatieve Adviesraad is het orgaan dat alle onderwijs gerelateerde aspecten binnen de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) superviseert en waar nodig aanpast. In de Educatieve Adviesraad hebben Nationale cursusleiders en educators zitting. De Educatieve Adviesraad onderhoudt nauw contact met de relevante commissies binnen de Europese Reanimatie Raad (ERC).

Europese Reanimatie Raad (ERC)

De Europese Reanimatie Raad (ERC) is een wetenschappelijke non-profit organisatie die actief is in Europa en enkele landen buiten Europa, met als missie het behoud van leven door het bevorderen en verbeteren van de praktijk van de reanimatie. De Europese Reanimatie Raad (ERC) is tevens het netwerk van nationale reanimatieraden in Europa.

Hercertificering – Lifelong Learning

Alle kwalificaties die worden verkregen door het behalen van een certificaat (hulpverlener, instructeur, instructeur trainer en cursusleider) dienen regelmatig te worden vernieuwd. Hercertificering wordt verkregen als de persoon aan de voorwaarden voor verlenging van de specifieke kwalificaties heeft voldaan en als zodanig in het cursusmanagementsysteem CoSy staat geadministreerd.

Herkansing

Een herkansing geeft een cursist de mogelijkheid om een praktische vaardigheid tijdens de lopende cursus nogmaals te demonstreren.

Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)

De Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) is een wetenschappelijke non-profit organisatie die actief is in Nederland en de overzeese Nederlandse gebiedsdelen, met als missie het redden van levens, indien dat door goede reanimatie mogelijk is. Met die missie streeft de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) naar het verbeteren van kennis en vaardigheden in reanimatie. De Europese Reanimatie Raad (ERC) en de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) werken nauw samen om te zorgen dat de Nederlandse reanimatie cursussen in overeenstemming zijn met de normen van de Europese Reanimatie Raad (ERC). Hierdoor zijn de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) cursussen dan ook als zodanig door de Europese Reanimatie Raad (ERC) erkend. 

Scenario’s

Tijdens cursussen kan gebruik worden gemaakt van simulatieonderwijs in de vorm van een scenario. Dit kan in de vorm van een demonstratie, een didactische werkvorm en ook als praktische toets.

Science and Education Committee (SEC)

Elk soort cursus heeft binnen de Europese Reanimatie Raad (ERC) zijn eigen Science and Education Committee (SEC). De SEC’s zijn verantwoordelijk voor de verdere ontwikkeling en kwaliteitscontrole van hun respectievelijke cursustype op Europees niveau en houden, samen met de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR), toezicht op de cursussen.

Algemeen

  1. Alle instructeurs, leden van de faculty en de cursuscentra moeten zich houden aan de gedragscode van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)/ Europese Reanimatie Raad (ERC) (Zie bijlage).
  2. Elke cursus moet volledig worden geregistreerd in het cursusmanagementsysteem CoSy als men de cursisten een Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)/ Europese Reanimatie Raad (ERC) kwalificatie wil verstrekken en als kandidaat instructeurs en kandidaat cursusleiders meelopen om respectievelijk de status van instructeur of cursusleider te krijgen.
  3. Elke cursist moet de beschikking hebben over een officieel Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) Europese Reanimatie Raad (ERC) lesboek of door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) goedgekeurd alternatief lesmateriaal, bijvoorbeeld e-learning.
  4. De Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) kan uitzonderingen op het reglement tijdelijk toestaan, mits dit van te voren is aangevraagd en schriftelijk door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) is toegestaan.
  5. Wanneer tijdens een cursus niet volgens het cursusreglement wordt gewerkt, kan de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) de goedkeuring van de cursus en/of de kwalificaties van de instructeur en/of het cursuscentrum intrekken.

Cursussen

Organisatie van de cursussen

  1. Het maximum aantal cursisten per cursus is voor een deel afhankelijk van de type cursus, maar is gesteld op 30 cursisten, verdeeld in groepen van maximaal 6 cursisten per instructeur. 
  2. Het minimum aantal cursisten voor een (P)BLS instructeur trainer cursus is 6.
  3. Per 6 cursisten moet minimaal 1 instructeur in de faculty plaats nemen.
  4. Elke Basis Instructeur Cursus en elke cursus reanimatie met meer dan 2 instructeurs (meer dan 12 cursisten) wordt geleid door een cursusleider. 
  5. Elke cursus heeft maximaal 1 cursusleider.
  6. Het aantal kandidaat instructeurs in een cursus mag nooit hoger zijn dan het aantal instructeurs. 
  7. De cursisten worden alleen beoordeeld op materiaal en informatie die in de lesstof staan vermeld.
  8. De details van een cursus (datum, locatie, tijd, instructeurs, enz.) moeten tenminste 1 dag voorafgaand aan de cursus in het cursusmanagementsysteem CoSy zijn ingevuld. De uitslag van een cursus moet binnen een periode van 1 maand na de cursus worden ingevuld. Na deze periode kan géén registratie meer plaatsvinden.
  9. De beschikbare lesmaterialen voor de cursus moeten overeenkomen met de uitrusting die in de instructeurshandleiding van de desbetreffende cursus staat omschreven. Deze uitrusting moet in goede staat zijn en correct functioneren.
  10. Het is niet toegestaan om zonder toestemming van de Europese Reanimatie Raad (ERC)/ Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) wijzigingen aan te brengen in beoordelingslijsten of enig ander toets materiaal.

Cursuscentra

  1. Alleen een door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) aangewezen en gekwalificeerd cursuscentrum kan Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)/ Europese Reanimatie Raad (ERC) erkende cursussen organiseren.
  2. De Nederlandse Reanimatie Raad is, met uitzondering van de basis- en opfriscursus (P)BLS instructeur trainer zelf géén cursuscentrum.

Instroomeisen voor basis- en opfriscursussen 

Cursus instructeur trainer

  1. Cursisten van de cursus BLS instructeur trainer moeten beschikken over een geldig certificaat van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)/ Europese Reanimatie Raad (ERC) BLS instructeur en moeten de bijbehorende kennis en vaardigheden bovengemiddeld beheersen. 
    Het beheersen van de kennis en vaardigheden wordt getoetst tijdens een instaptoets die men voldoende moet scoren alvorens tot de cursus instructeur trainer te worden toegelaten. De instaptoets is alleen toegankelijk voor BLS instructeurs die daarvoor worden voorgedragen door 2 BLS instructeur trainers, waarvan tenminste 1 volledig onafhankelijk is. Dit houdt in dat deze BLS instructeur trainer niet verbonden is aan hetzelfde cursuscentrum als waarvoor de BLS instructeur cursussen verzorgt.
    Naast bovengenoemde certificaten moet de cursist voldoen aan 1 van de volgende categorieën:
    1. Je bent arts
    2. Je bent verpleegkundige of zorgmedewerker en in het bezit van een certificaat van een opleiding in de gezondheidszorg op tenminste deskundigheidsniveau 4.
    3. Je bent ambulancechauffeur.

       

  2. Cursisten van de cursus PBLS instructeur trainer moeten over een geldig Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) / Europese Reanimatie Raad (ERC) certificaat PBLS instructeur beschikken en de bijbehorende kennis en vaardigheden bovengemiddeld beheersen. Daarnaast moeten zij de cursus BLS instructeur trainer met voldoende resultaat hebben afgerond.

Inhoud van de cursus

  1. De structuur van de cursus is conform het officiële Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)/ Europese Reanimatie Raad (ERC) cursusprogramma en eventuele overzichten van cursusmaterialen. 
  2. Tijdens de cursussen worden verschillende didactische werkvormen gehanteerd waaronder presentaties, vaardigheidstraining, scenariotraining en e-learning. 
  3. Waar specifieke omstandigheden het inlassen van bijkomende vaardigheden vereisen, kunnen facultatieve modules aan het cursusprogramma worden toegevoegd. Dit zal echter de cursusduur doen toenemen.

Assessments gedurende de cursussen

Formatief en Summatief toetsen

  1. Afhankelijk van de specifieke regels voor een bepaalde cursus is het mogelijk om bij cursisten een formatieve dan wel een summatieve toets – of beide – af te nemen. Tijdens een toets moet de cursist de te toetsen vaardigheden daadwerkelijk demonstreren 
  2. Een kopie van de beoordelingsformulieren moet op voorhand voor iedere cursist, tegelijk met het cursusboek, beschikbaar zijn.
  3. Als een cursist niet de eindtermen bereikt, wordt hem een kopie van de beoordelingsformulieren overhandigd en hulp aangeboden om de eindtermen alsnog te bereiken. 
  4. Een toets wordt afgenomen door tenminste 1 instructeur of instructeur trainer. Wanneer een kandidaat instructeur of een kandidaat instructeur trainer de toetsing leidt, moet dit gebeuren onder supervisie van een instructeur respectievelijk een instructeur trainer.

Herkansing

  1. Elke cursist heeft het recht op een onmiddellijke herkansing voor elke toets. Deze herkansing wordt, indien mogelijk, afgenomen door een andere instructeur of instructeur trainer. 
  2. Wanneer een cursist niet slaagt voor een herkansing, beslist de faculty ofwel om de cursist door te sturen voor een herkansing dan wel om de cursist een aangepast onderwijsprogramma, op een andere dag bij een andere faculty of eventueel een aangepast vervolgprogramma te laten volgen. In alle andere gevallen zal de cursist als gewone cursist de hele cursus opnieuw moeten volgen.
  3. De herkansing vindt plaats op een volgende cursus of tijdens een voor dit doel speciaal ingerichte beperkte cursus, binnen de periode van 1 jaar en met verschillende facultyleden. 
  4. Alleen de cursisten die voor het herexamen geslaagd zijn, worden beschouwd als geslaagd voor de cursus. Als een cursist niet slaagt voor de herkansing, resteert de mogelijkheid de hele cursus over te doen. De cursist wordt dan weer beschouwd als een gewone cursist.

Instaptoets instructeur trainer cursus

  1. Voor (P)BLS instructeurs geldt dat, wanneer zij tijdens een cursus of een opfriscursus een uitzonderlijk goede bekwaamheid ten toon spreiden, een instructeur trainer kan overwegen of zij geschikt zijn om de rol van instructeur trainer te vervullen. Wanneer een instructeur trainer deze mening is toegedaan kan hij dit via een voordracht formulier kenbaar maken bij de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR). 
  2. Wanneer 2 instructeur trainers (waarvan er tenminste 1 niet verbonden is aan hetzelfde cursuscentrum als waarvoor een instructeur cursussen verzorgt) dezelfde instructeur voordragen, zal deze instructeur van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) een uitnodiging ontvangen voor een instaptoets. 
  3. Een instaptoets bestaat uit de volgende 3 onderdelen:
    1. Een theorietoets. 
    2. Een vaardighedentoets met betrekking tot de reanimatie vaardigheden.
    3. Een vaardighedentoets met betrekking tot de didactische vaardigheden.
  4. Wanneer de uitslag van de instaptoets als geheel positief is, kan de instructeur in aanmerking komen voor een relevante instructeur trainer cursus binnen een periode van 2 jaar na het behalen van de instaptoets, zolang deze ook beschikt over een geldig (P)BLS instructeurscertificaat.

Certificering

  1. Binnen 1 maand na het succesvol afsluiten van een cursus ontvangen de cursisten een officieel Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)/ Europese Reanimatie Raad (ERC) certificaat vanuit het online cursusmanagementsysteem CoSy. Dit certificaat is geen attest van competentie, maar een bewijs dat de gevolgde reanimatiecursus met succes is doorlopen.
  2. Cursisten kunnen slechts met succes de cursus voltooien als ze tijdens de hele cursus aanwezig zijn geweest.
  3. Op (P)BLS hulpverlener certificaten wordt alleen de datum van de laatst gevolgde cursus vermeld. 
  4. De (P)BLS instructeur certificaten hebben een geldigheid van 2 jaar, ingaande vanaf het moment dat de Basis Instructeur Cursus is afgerond.
  5. Het is aan de houder van het certificaat om zijn vaardigheden te onderhouden
  6. Een cursist die aan een herkansing moet deelnemen, krijgt een brief waarin staat vermeld voor welke onderdelen hij is geslaagd en welke onderdelen op de herkansing opnieuw moeten worden beoordeeld. 
  7. Een cursist die niet slaagt voor een cursus zal van het cursuscentrum een bewijs van deelname ontvangen.

Hercertificering

Hercertificering instructeur trainer

  1. Om als instructeur trainer te hercertificeren moet voldaan worden aan men aan onderstaande voorwaarden:
    1. De instructeur trainer moet in een periode van 2 jaar instructie geven op tenminste 2 instructeurscursussen die overeenkomen met elk van zijn of haar disciplines (PBLS en BLS worden gezien als aparte disciplines).
    2. De instructeur trainer moet ieder jaar een opfriscursus volgen die wordt georganiseerd door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR).
    3. De instructeur trainer moet tijdig de jaarlijkse bijdrage aan de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) betalen.

       

      Als dit niet gebeurt zal de instructeur trainer terugvallen naar de status van kandidaat instructeur trainer voor die discipline. Om dan opnieuw de status van instructeur trainer te krijgen, moet hij alsnog een opfriscursus volgen en daarna met succes als kandidaat instructeur trainer één cursus voltooien.
  2. Instructie geven op een opfriscursus telt voor hercertificering even zwaar als instructie geven op een basiscursus.
  3. In de rol van cursusleider of kandidaat cursusleider een instructeurscursus leiden, telt mee voor hercertificering doeleinden en is gelijk aan instructie geven als instructeur trainer.
  4. Elke instructeur trainer zal eens in de 6 jaar (ter plekke) opnieuw beoordeeld worden door een cursusleider. Als de instructeur trainer ingeschreven staat in de faculty van een instructeurscursus tussen de 4 en 6 jaar na zijn laatste beoordeling, wordt hij beoordeeld door de aanwezige cursusleider en deze beoordeling moet geregistreerd worden in het cursusmanagementsysteem CoSy. Na een negatieve beoordeling, zal een 2e beoordeling plaatsvinden door een andere cursusleider, hetgeen binnen 1 jaar na een negatieve beoordeling moet plaatsvinden. Als ook de 2e beoordeling negatief uitvalt of wanneer dit niet kon gebeuren binnen de gestelde termijn, verliest hij de status van instructeur trainer en zal een nieuwe cursus tot instructeur trainer moeten volgen.

Faculty

Kandidaat instructeur trainer

  1. Een Instructeur die met succes een instructeur trainer cursus heeft afgerond wordt kandidaat instructeur trainer.
  2. Om instructeur trainer te worden moet een kandidaat instructeur trainer succesvol instructie te geven op 2 Basis Instructeur Cursussen (waarvan tenminste 1 basiscursus) ter beoordeling door de cursusleider van de desbetreffende cursus. Tenminste 1 van deze cursussen als kandidaat instructeur trainer moet buiten het ‘eigen’ cursuscentrum worden gegeven. 
  3. Wanneer de kandidaat instructeur trainer na 2 cursussen niet het vereiste niveau heeft bereikt, krijgt hij een extra kans om tijdens een andere cursus instructie te geven als kandidaat instructeur trainer. De Nationale cursusleider kan echter ook beslissen de kandidaat status van de cursist in te trekken.
  4. Terwijl de kandidaat instructeur trainer instructie geeft, zal deze steeds onder toezicht staan van een instructeur trainer
  5. De kandidaat instructeur trainer moet aanwezig zijn tijdens de hele cursus.
  6. Kandidaat instructeur trainers moeten tijdens alle sessies waar zij instructie geven over hun prestatie feedback krijgen van de instructeur trainer. Deze beoordelingen moeten besproken worden met de kandidaat instructeur trainer.
  7. Een kandidaat instructeur trainer zal de opleidingsstages verrichten binnen een periode van 2 jaar na de datum van het voltooien van de instructeur trainer cursus, tenzij buitengewone omstandigheden dit verhinderen. Wanneer de stages niet binnen een periode van 2 jaar succesvol zijn voltooid, moet een nieuwe instructeur trainer cursus gevolgd worden om de status van kandidaat instructeur trainer te verkrijgen. Het is op aanvraag van de kandidaat instructeur trainer mogelijk deze periode tot 3 jaar te verlengen.

Instructeur trainer

  1. Instructeur trainers mogen instructie geven op Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) cursussen en op Europese Reanimatie Raad (ERC) cursussen reanimatie van volwassenen (BLS) en reanimatie van baby’s en kinderen (PBLS) dan wel Basis Instructeur Cursussen (BIC) in andere landen voor zover zij:
    1. De spreektaal van die cursus machtig zijn.
    2. Voldoen aan de door de lokale Nationale Reanimatieraad gestelde eisen aan instructeur trainers.
    3. Uitgenodigd worden door een cursuscentrum, dat is erkend in dat land.
    4. Cursus geven onder supervisie van een door de Europese Reanimatie Raad (ERC) erkende cursusleider.

Klachtenprocedure

Bij het indienen van een klacht gelden de volgende voorwaarden:

  1. Een klacht kan worden ingediend binnen een tijdsbestek van 4 weken na een cursus. De klacht kan ook betrekking hebben op cursus gerelateerde zaken die na de cursus hebben plaatsgevonden (bijvoorbeeld administratieve afhandeling). 
  2. De klacht kan worden ingediend door een cursist, maar ook door een facultylid of cursusorganisator. 
  3. De klacht wordt altijd eerst voorgelegd aan de cursusleider van de betreffende cursus.
  4. Als de klacht de cursusleider betreft, wordt de klacht ingediend bij de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR). De klager wordt gewezen op deze mogelijkheid door het cursuscentrum of door de cursusleider bij het indienen van de klacht.
  5. Als de cursusleider een klacht heeft over de cursus wordt deze ingediend bij de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR).
  6. In de omstandigheid dat een weerwoord van de beklaagde(n) moet worden verkregen, gebeurt dit binnen 2 maanden na de laatste cursusdag van de betreffende cursus.


Besluitvorming en beroepsprocedure:

  1. Na het ontvangen van de klacht, neemt de cursusleider hierover een formeel besluit. Dit besluit wordt genomen binnen 4 weken na het indienen van de klacht.
  2. Als het besluit en de hieruit voortvloeiende acties als onvoldoende worden ervaren door de klager, kan deze in beroep gaan door de klacht schriftelijk voor te leggen aan de Nederlandse Reanimatie Raad. De voorzitter van de Educatieve Adviesraad en de desbetreffende Nationale cursusleider nemen gezamenlijk binnen een termijn van 2 maanden na ontvangst van de klacht een besluit. 


Cassatie

  1. Als het besluit van de Nederlandse Reanimatie Raad voor de klager of voor de verweerder geen uitsluitsel geeft, of niet conform de in deze reglementen omschreven procedures is verlopen, kan binnen 1 maand na ontvangst van de beslissing worden geëscaleerd naar de Europese Reanimatie Raad (ERC). De Europese Reanimatie Raad (ERC) heeft, vanaf het moment van indienen, 6 maanden de tijd om tot een oordeel te komen en heeft de bevoegdheid om een besluit nietig te verklaren en om betrokken autoriteiten te vragen om met een oplossing te komen die in lijn is met de reglementen.

 

Overzicht klachtenprocedure

 BasisEerstBeroepCassatie
Cursus gerelateerdKlachtCDNRR

ERC

Klacht door CDNRR
Klacht over CD
Schorsing gerelateerdKlachtNRRERCBoard ERC

Intrekken van kwalificaties

  1. Kwalificaties als cursuscentrum, cursusleider of instructeur worden ingetrokken door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) als na het ontvangen van een officiële klacht en nadat elke partij, ook de betrokkene zelf, de kans heeft gekregen om zijn visie op de zaak te verwoorden de klacht gegrond is verklaard. De beslissing wordt schriftelijk medegedeeld aan alle betrokken partijen en door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) gearchiveerd. Een Engelstalige versie van de klacht, de argumenten en de beslissing zal worden meegedeeld aan de Europese Reanimatie Raad (ERC).

  2. Elke direct betrokken partij mag tegen de uitspraak beroep aantekenen bij de Europese Reanimatie Raad (ERC). De beroepsprocedure schort de eerste uitspraak op, tenzij de Europese Reanimatie Raad (ERC) beslist dat het risico op herhaling een te hoog risico betekent voor individuen, voor de kwaliteit van de cursus of voor de organisatie.

    De Europese Reanimatie Raad (ERC) zal elke betrokken partij om haar visie vragen en zal tenslotte een definitieve beslissing nemen, liefst binnen 6 maanden na het ontvangen van het beroep. Daardoor kan de beslissing, genomen door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR), worden herzien.

Deze uiteindelijke beslissing wordt schriftelijk medegedeeld aan alle betrokkenen en worden gearchiveerd door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)

Bijlage 2: Nederlandse Reanimatie Raad (NRR)/ Europese Reanimatie Raad (ERC) gedragscode (Code of Conduct)

Deze gedragscode richt zich tot een ieder die instructie geeft of assisteert tijdens cursussen die onder de auspiciën van Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) en Europese Reanimatie Raad (ERC) worden gehouden en die werden ontwikkeld om de theorie en de praktische vaardigheden van reanimatie aan te leren.

Daarom is het belangrijk dat degene die door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) en Europese Reanimatie Raad (ERC) is gecertificeerd:

  • Zich realiseert dat certificering en hercertificering afhankelijk is van het nakomen van deze code en met goed resultaat voldoen aan de nodige vereisten voor hercertificering.
  • Zelf verantwoordelijk is voor de eigen certificering, welke is gebaseerd op het kennis-, vaardigheid- en competentieniveau die aan de certificering is gebonden.
  • Ervoor zorgt dat de cursussen die door Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) en Europese Reanimatie Raad (ERC) erkend zijn, worden gegeven overeenkomstig dit cursusreglement, samen met het gebruik van lesboeken, presentaties en ander materiaal en ervoor zorgt dat er een constant niveau van kennis en vaardigheden wordt bereikt.
  • Zich zal gedragen, te allen tijde en op een verantwoordelijke manier bij deelname aan een cursus of een sociaal evenement in verband met cursussen, die onder de auspiciën van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) en Europese Reanimatie Raad (ERC) worden verzorgd en elke andere van toepassing zijnde professionele gedragscode in acht zal nemen.
  • Zal samenwerken met andere instructeurs, onderwijskundigen, cursuscentra en het daartoe behorende administratief en ondersteunend personeel en hun individuele bijdragen zal erkennen en respecteren.
  • Vermijdt om enig misbruik te maken van de verworven positie.